Ik ben in het geheel geen survivor, ik ben meer een afhaker. Dus als ik me voorstel dat ik mee zou doen aan Expeditie Robinson, komt er direct één beeld boven: ik lig in een oerwoud te kreperen. Nou ja en dan is de rest makkelijk in te vullen. Twee mannen in witte jassen buigen zich bezorgd over me heen. Of ik weet welk jaar het is. (Dit vind ik sowieso altijd een lastige vraag.) De dokters wisselen een blik. De één schudt haast onmerkbaar zijn hoofd, de ander maakt een keeldoorsnij-gebaar. Voor ik het weet glijdt het eiland Mensirip onder mij voorbij. Zeven stipjes zwaaien naar me. Doei Team Zuid, het waren twee geweldige dagen.
Enfin, ik zou aflevering één van Expeditie Robinson dus beslist niet overleven. En ik heb dan ook helemaal níets met de drive om je op een onbewoond eiland uit te hongeren, af te laten beulen en misselijkmakend krioelende larven te eten. Natuurlijk, in de woorden van de kandidaten klinkt het beter, die willen zonder uitzondering “ervaren hoe ik ben onder de meest extreme omstandigheden” en vooral ook “ontdekken waar m’n grenzen liggen”. Maar in the end komt dat toch vooral hierop neer: overleven op crashdieeteiland waar je niets heb, behalve honger. Zeven rijstkorrels, op acht mensen. Die ook nog eens allemaal hun eigen personality meebrengen.
Dat móet haast wel fout gaan. En dat doet het natuurlijk ook, al veertieneneenhalf seizoen lang. Een schát aan sociale interacties gone wrong dus. Botsende karakters galore. Net als in het gewone leven dus, alleen dan in een soort snelkookpan. Want een paar fouten en de groep stemt je rücksichtslos weg. Tijd voor een lijstje Essentiële Levenslessen die we hebben geleerd van Expeditie Robinson – in één ruk door te vertalen naar de kantoortuin en je privérelaties.
Levensles 1 Beheers je emoties.
Emoties zijn goed. Emoties horen erbij. Zonder emoties geen emoji’s. Maar: je hebt huilen en huilen. Een traantje wegpinken? Kan. Maar valt van het traanvocht een heel behoorlijk cup à soup-moment te creëren? Kan niet. Natuurlijk, soms wordt het een Robinson-kandidaat allemaal te veel. Je bent ver van huis, je hebt een diepe haat aan kokos en de stellige indruk dat de mensen over je lullen. Dan is een lekkere huilbui gewoon soms nodig om het allemaal weer in perspectief te zien. Maar potverdikkie, doe het dan in vredesnaam in de privacy van je eigen klamboe!
Het is eigenlijk net zoals op Kantoor. Als de opwellende tranen het zicht op je Facebookpagina beginnen te blurren: sluip éven naar de meisjes-wc en brul tijdens het doortrekken je ellende eruit. De mensen hebben namelijk in principe diep, díep medelijden met hen die ontroostbaar huilen, maar daarna fronsen ze hun wenkbrauwen. Iets bevalt ze niet aan huilende mensen en dat is: het huilen. Het begint met een l en eindigt op abiel. Hier winnen we de oorlog niet mee.
Levensles 2 Stel je bescheiden op.
Regel één voor wie bij Expeditie Robinson een paar wegstemrondes wil overleven: wees niet te zeer vervuld van jezelf, óók niet wanneer je daartoe alle reden hebt, bijvoorbeeld vanwege je triceps. Als je alle Robinson-afleveringen met elkaar vermenigvuldigt en deelt door het aantal spierballen, dan komt er één ding duidelijk naar voren: blaaskaken worden er uiteindelijk unaniem uit gestemd. En nee, dat is teamsgewijs niet altijd even handig, want zo win je dus nooit meer een proef, moet je elke keer naar de Eilandraad en kan het voltallige Kamp Noord binnenkort in hetzelfde vliegtuig als die patser naar huis (“Oh… hoi. Jij hebt 54B? Ik 54C”). Maar het is niet anders. De mens straft nu eenmaal graag de medemens af die al te zeer met zichzelf ingenomen is. Hatsee, extra stem en opzouten.
Net als in het gewone leven geldt dat wie roept hoe goed hij wel niet is, erom vráágt om een kopje kleiner te worden gemaakt. De meest succesvolle Robinson-patsers rollen dus niet te veel met hun spierballen en trekken een bescheiden gezicht, óók als ze zojuist een uitzonderlijke prestatie hebben neergezet door bijvoorbeeld in dertig seconden het hele eiland met de hand om te spitten.
Levensles 3 Wees niet te negatief .
Net als pessimisten hebben ook negatievelingen bijzonder vaak gelijk over de staat van de wereld en waar het met ons naartoe gaat (we gaan er allemaal aan). Maarre, do you wanna be right or do you wanna be happy, om die goeie ouwe dokter Phil maar eens aan te halen. Precies! Van een doemdenker wordt niemand gelukkig. Die zuigt alle energie uit de medemens weg – en op een onbewoond eiland waar niemand meer vetreserves heeft, kun je dat gewoon niet gebruiken. De rest van de groep is dan ook geneigd om langzaam maar zeker afstand te nemen van de azijnzeiker. Misschien wel van evolutiewege, want zo’n attitude kon natuurlijk in de oertijd ook al niet: “Right. Speerwerpen naar een buffel. Ik dacht het niet. En trouwens ik lúst niet eens buffel, denk ik.” Als mensen negatievelingen serieus zouden nemen, dan zaten we nu nóg in de prehistorie.
Levensles 4 Denk er het jouwe van.
Het is een groot misverstand dat alles wat je denkt ook uitgesproken zou moeten worden. Zin om met de nieuwe buurvrouw overspel te plegen? Zeg nog maar even niet tegen je partner. De behoefte om je baas te wijzen op zijn intelligentie-coëfficient? Nah, ik weet niet. Iemand staat op het punt een kokosnoot op zijn hoofd te krijgen? DIRECT MELDEN!
Kijk, zo simpel kan het wezen. Het idee dat je moet uiten wat er binnen in je speelt, stamt nog uit de terapeutiese jaren zeventig, toen de mensen begonnen te denken dat het belangrijk was om ‘helemaal jezelf’ te zijn. En dat het innerlijk een beerput was die om de zoveel tijd geleegd moest worden. Zit wat in. Je maakt er alleen niet altijd vrienden mee dus. En uit alle seizoenen Robinson is gebleken dat het heel erg loont om soms gewoon je grote mond te houden. Juist de meer onzichtbaren, die zich op de vlakte houden en niet óveral iets van vinden (of doen alsof), redden het vaak tot in de finale.
Bang dat je op deze manier niet ‘helemaal jezelf’ kunt zijn en dat al die opgekropte emoties er dan op een andere manier uit zullen gaan komen? Stel je niet aan.
Levensles 5 Wees een rat.
Bij Expeditie Robinson zit altijd wel een deelnemer die fris en onbevangen de wereld in blikt en ab-so-luut geen spelletjes wil spelen. Deze deelnemer noemen we ook wel: de eerste afvaller. De anti-rat zelf ziet dit totaal niet aankomen en wordt vaak gefilmd tijdens het doen van uitspraken als “We hebben een heel fijne groep” (haha) en “Ik voel me superveilig bij hem, we zijn echt vrienden” (HAHAHA). Heading for disaster. De anti-rat is dan ook de deelnemer die je gedesillusioneerd, hélemaal naar de kloten en weggestemd aantreft op een Eilandraad (“Je bent een fucking naaier, Manuel”). Het is heel rot om dat aan te zien en dat komt waarschijnlijk omdat de anti-rat ons doet denken aan wat oorspronkelijk de bedoeling van het mensenras is geweest.
Enfin, voor meer info over de rat moet u denk ik bij levensles 6 zijn.
Levensles 6 Wees geen rat.
Kijk, beste ratten, het komt al-tijd uit. De échte rat in Expeditie Robinson haalt namelijk net zo min de finale als de anti-rat. In eerste instantie lijkt er geen vuiltje aan de lucht. De rat aait, naait en paait er lustig op los. Maar dan raakt de rat, overtuigd van zijn eigen charmes, verstrikt in een web van leugens en bondjes en op een gegeven moment denken zelfs zijn sukkeligste groepsgenoten: wacht eens even, klopt dit wel helemaal?! Eh nee, natuurlijk klopt dit niet helemaal!
Het is overigens grappig om te zien hoe ontredderd de rat is als hij zélf ineens wordt weggestemd. De rat mag dan een meester zijn in het smeden van complotten en daarbij over lijken gaan, het idee dat hij er zelf ook slachtoffer van kan worden, is voor hem nauwelijks te verdragen.
Ik vraag me wel eens af hoe het de rat vergaat ná Expeditie Robinson. Het lijkt me dat er tot in lengte der dagen met een schuin oog naar je wordt gekeken door geliefden, vrienden en collegae. “Zullen we samen op fietsen naar Kantoor?” “En wat wil je dáár weer mee bereiken HUFTER???!” Het wordt nooit meer zoals het was, rat. Eigen schuld, dikke bult.
Levensles 7 Maak álles tot je comfortzone.
Expeditie Robinson is natuurlijk het ‘uit je comfortzone stappen’ voor gevorderden, wat zeg ik voor lunatics. Toch heeft de één daar duidelijk meer talent voor dan de ander.
Er zijn kandidaten die onverhoopt zeer unheimisch worden van levende natuur en bij het minste geluid in een boom springen. Sommige mensen weten al bij de eerste aanblik: oh shit, dit was een fout. En anderen overleven maar nauwelijks een verandering van eiland. Dat is het type dat ook in het normale leven niet gedijt bij afwisseling en al doodgaat bij het idee van de flexibele werkplek. Die verstarring leidt bij Expeditie Robinson gewoonlijk tot banaanobstipatie, kokoslethargie en in the end de zogenaamde hangmatziekte. En ja, tuurlijk, hangmatten zijn óók comfortzones, maar je wint er niet bepaald het respect van je groepsgenoten slash concurrenten mee. Dus voor je het weet, slaap je dan weer in je enige echte comfortzone in Almere Poort.
Tegenover al die kinderachtigheid staat het jaloersmakende gemak waarmee de die-hard overlever overal zijn plekkie van maakt. Slaapt gewoon dwars door het apengekrijs hen. Kan nog een comfortabele living van een mangrovebos maken. En draagt elke ontbering zo blijmoedig dat het bijna zeer doet. Dat is dus een échte Robinson. Het kan geen kwaad om daar een beetje bij in de buurt te blijven – wie weet is het besmettelijk.
Dit artikel stond op 11 oktober 2014 in Volkskrant Magazine